14-09-2013

Elfenhutje in Lodmundarfjördur

Via Húsavik (waar we een mooi tentbivak hadden) liepen we op dag 3 van de meerdaagse van Borgarfjördur Eystri naar de baai van Lodmundarfjördur. Deze baaien zijn minder verlaten als die van Flateyarskagi en van Hornstrandir, er staat een enkel kerkje, hier en daar is een enkel zomerhuisje en in elke baai een prachtig nieuwe hut van de IJslandse bergwandelvereniging, Ferdafélag Islands. We hebben steeds gekampeerd, maar vandaag stormt het met vlagen van windkracht 9 bij verder een mooi heldere lucht, we blijven nauwelijks overeind, een goede reden om nu eens in een hut te overnachten!
Dat blijkt een fantastische beslissing. Binnen treffen we drie bijzondere IJslandse vrouwen, Anna, Lóa en Karen (een huttenwaardin, een beheerster van rendieren en een lerares kunst) die versgebakken naanbrood met ons delen, een glaasje wijn en - terwijl buiten de wind aan het dak rukt, de zon ondergaat (foto) en binnen de kaarsjes flakkeren - vraag ik hen naar hun ervaringen met elfen. Openhartig en vol passie volgen diverse verhalen. Zonder lach, ernstig, oprecht. Het wordt mij duidelijk: het gaat hier niet om waarheidsvinding, maar om respect hebben voor de natuur die zoveel groter is dan wij vaak denken. Helemaal voor wie op een verafgelegen eiland woont waar jaarlijks diverse aardbevingen plaatsvinden en elke vier jaar een vulkaan uitbarst. Dat er zoveel meer is dan wij zien. Of dan wij weten.
De volgende dag, onze laatste, lopen we via de hoge Kækjuskörd pas terug naar Bakkagerdi. Ik kan wel dansen van blijheid om alles, hoe intens vermoeid ik me tegelijk ook voel. Dit was de allerlaatste bergtocht voor het boek. Nu pas durf ik met zekerheid te zeggen dat de hele researchreis geslaagd is. Het waren stuk voor stuk geweldige bergtochten. Onvergetelijk. Immens zwaar ook, zoveel tochten steeds maar weer achtereen, zolang kamperen, bij weer en wind. 
Een prachtige opdracht om dit straks thuis (eind volgende week!)  in een boek te vatten waar hopelijk vele anderen net zo van zullen genieten als ik mocht. Met alle zware momenten die er in de bergen en zeker op een eiland als IJsland nu eenmaal bij horen. En vooral ook met de verwondering die maakt dat je nieuwsgierig blijft naar nieuwe tochten, nieuwe wandelingen, nieuwe hoekjes IJsland. De verwondering die maakt dat je niet langer lacht wanneer over elfen gesproken wordt...




11-09-2013

Borealis boven bosbesbed

Gisteren op de pas boven Bakkagerdi, maakte ik een foto van Frank met achter hem een mooi sliertje nevel. Dat sliertje werd tien minuten later een dikke mistsoep waar we de verdere dag in gelopen hebben. Op kamp ging de mist over in regen, maar in de tent is het altijd knus en bovendien, zo'n plek als deze was uniek. In de voortent groeiden zoveel bosbessen dat we in notime de pan vol hadden (onder het grondzeil hadden we vooral bosbessensap). We sliepen in met het getik van de regen en... Toen moest ik uren later plassen, het was droog en meer dan dat... (daardoor heb ik al menige Noorderlichtplaat kunnen maken trouwens)... Heldere hemel en een spetterend Aurora borealis. En dat is nou precies waarom wildkamperen zo mooi is!!!

10-09-2013

4-daagse Borgarfjördur

Via de baaien Brúnavik, Breidavik en Lodmundarfjördur lopen we de komende dagen door de Rhyolietbergen van Borgarfjördur. Er zijn hutten onderweg, maar je weet nooit of die ineens vol jagers zitten (wel de tijd van het jaar ervoor) en we zijn nu eenmaal graag volledig vrij in waar we willen slapen, dus tentje mee. Waarschijnlijk is er vanaf nu (de eerste pas boven Bakkagerdi) nergens meer bereik, dus zal er hoogstwaarschijnlijk pas na afloop weer een blog kunnen verschijnen, op vrijdag de dertiende (oeps, iedereen hier gelooft in elfen... Wij moesten daar stiekem om gniffelen, je zal zien dat ze ons op zo'n dag te grazen nemen...)

09-09-2013

Stórurd

Vandaag een dagtocht naar Stórurd, een bijzondere plek middenin de bergleegte bovenin Borgarfjördur. Immense stenen, bijeen geschaard als een beeldentuin met een groenblauw meertje in het hart van de chaos. Een dag zonder veel woorden, maar met des te grotere indrukken. IJsland blijft steeds weer verwonderen. Is steeds weer anders. Waar bij mooi weer (jawel) des te meer van te genieten valt...

07-09-2013

Kerlingarfjöll - deel 3

Hverabotn en Hveradalir vormen het warm kloppende hart van Kerlingarfjöll. Na zoveel uren door de besneeuwde bergen, komen we uiteindelijk aan in het deel waar ijs overgaat in vuur. Het kookt, het sist, het stoomt. Onwerkelijk. Zo mooi, zo mooi. Wat een geluk dat we gewacht hebben...
De trekking eindigt in Ásgardur, waar we de volgende ochtend natuurlijk eerst nog even naar de hotspring gaan in het kloofje. (De nieuwe eigenaar van Ásgardur is overal driftig aan het bouwen, de poel is ook vergroot en zoals het ernaar uitziet, kun je hier over niet al te lange tijd per jeep heen en binnen omkleden... Zucht.)
's Middags pakken we de bus weer terug over de Kjölur, een offroadweg, tot aan Gulfoss waar de Berlingo ons opwacht. Na de kermis bij Gulfoss (deel van de 'Golden Circle' en daarom wat mij betreft - hoe mooi ook - beter te vermijden tijdens normale dag-uren...) rijden we niet zoals aanvankelijk gepland, richting Landmannalaugar, want daar wordt weer zware storm verwacht en er ligt nu eigenlijk teveel sneeuw voor goede tochtbeschrijvingen. Ik heb de Laugavegur al 'in the pocket' en ook een paar dagtochten vanaf Landmannalaugar, maar had er graag nog een bijzondere dagtocht aan toegevoegd - het Fjallabak natuurreservaat is werkelijk adembenemend en uniek... Misschien later deze week toch nog...
Nu eerst op naar iets beter weer, een iets lager liggend gebied én een beetje een 'hidden spot' in de zin dat velen eraan voorbij rijden - terwijl het zelfs aan de ringweg ligt! Maar dan wel helemaal in het noordoosten. Borgarfjördur Eystri. Rhyolietbergen en fjorden, ook weer een speciale mix! Van mijn IJslandse kennis uit Akureyri kreeg ik deze tip en nu de kansen aan de zuidkant van IJsland vrij slecht zijn, lijkt dat een goede optie. (Wel even een dagje rijden...)

Kerlingarfjöll - deel 2

De 2e dag van onze meerdaagse tocht rond Kerlingarfjöll was opnieuw mistig met neerslag, maar de laatste dag was grandioos. Dit weer hadden we ook nodig (en geduldig op gewacht...), zeker bij de alpiene omstandigheden waarin het binnenste deel van Kerlingarfjöll er nu bij ligt. Een lange dag, ruim 9 uur onderweg geweest, maar een ultieme route, hier op de foto op weg naar de pas tussen Ögmundur en Hættur.
Wij hebben nu wel extreem veel sneeuw natuurlijk, maar in dit gebied moet je toch ook eerder in de zomer met sneeuw rekening houden, oude resten die niet wegdooien, ijs van kleine gletsjers en verse sneeuw bij slecht weer.
Maar het meest bijzondere is natuurlijk de geothermische verschijnselen die in het hart liggen. Zie volgende blog!!

06-09-2013

Kerlingarfjöll dag 1

Nadat ik Frank opgehaald had van luchthaven Keflavík (31 aug), reisden we (per bus vanaf waar de jeeproute Kjölur begon) naar het berggebied Kerlingarfjöll. Geweldig om vanaf nu niet meer alleen te zijn!!! Daar hebben we vervolgens 2 dagen gewacht tot de sneeuwstorm-met-windkracht-9 overgetrokken was. Uiteindelijk konden we, het nietsdoen meer dan zat, vertrekken vanaf Ásgardur. Onderlangs Lödmundur (foto) richting Eystri-Kistubotn, een gemarkeerde maar padloze route die met de klok mee het Kerlingarfjöll gebergte omrondt, nu eerst via de oostkant. Indrukwekkend terrein, helemaal nu met die verse sneeuwlaag. Kerlingarfjöll betekent letterlijk heksenbergen, in het hart van dit hooggelegen massief kookt en stoomt het (op dag 3 zullen we een route nemen die daar dwars doorheen voert). Het is één van de parels van IJsland, alhoewel velen het overslaan op weg naar Landmannalaugar. Sinds enkele jaren is deze 3-daagse trekking rond en door dit rhyolietgebied gemarkeerd (wordt Hringbrautinn genoemd), ook zijn er hutten geplaatst - al hebben wij met oog op de veiligheid gewoon de tent mee. Fantastisch dat we onderweg zijn hier en weer iets kunnen zien... (als je 2 dagen intens heftige sneeuwstorm hebt gehad, wordt zwaar bewolkt weer net geregeld wat hagelbuien ineens een schitterend-weer-dag...)

30-08-2013

Spirit of the mountain

Vandaag was het tijd om Hengill een tweede kans te geven. Niet dat het weer echt veelbelovend was (als je daarop gaat wachten...) maar in elk geval meer een buiig karakter dan de aanhoudende regen van gisteren. Hengill is een complex massief maar de lange route (heen via het groene Innstidalur, terug via de westelijke graat) is gemarkeerd, wat tot de uitzonderingen behoort. Vanwege de grote variatie onderweg, de uitzichten van Vörduskeggi en vanaf de graat én vanwege de markering, wil ik deze dagtocht graag opnemen in het IJslandboek. (foto genomen in Innstidalur, wat je ziet is echter niet de top, die ligt daar ergens ver achter.)
Het werd een gedenkwaardig tochtje. De buiigheid bleek al snel toch tamelijk aanhoudend, harde regen die eenmaal over de pas Sleggjubeinskard overging in sneeuwbuien. Dat ging nog wel want ik was goed gekleed, voelde me comfortabel. Maar de wind was zorgelijk. Rond de buien trok het stevig aan. Hoe zou dat boven zijn, als ik terug die lange graat af zou?! Waarschijnlijk ging dat niet lukken, maar in de wetenschap dat ik nu nog door kon lopen tot waar ik de situatie als onveilig beschouwde, ging ik verder. Dat is een vertrouwen, een intuïtie. Altijd zorgen dat je terugweg bereikbaar en mogelijk blijft, en zolang er ter plekke geen gevaar dreigt, gewoon nog even verder gaan. Maar dus niet met de dwanggedachte van 'ik moet die berg op en over'. Daar beginnen beslist de problemen.
Langs hete stoom, hoger, hoger, meer natte sneeuw, hagel, geen zicht. En wind. Nee, storm. Op het stenige plateau onder Vörduskeggi blaast 'ie me zowat omver. Oké, terug. Tot hier liep de route door vrij breed terrein, geen grote afgronden, geen gevaar de berg af geblazen te worden (wat voor de vervolgroute wél zo is). Heel de terugweg wakkert de wind nog verder aan, ik kan niet rechtop meer blijven staan, zwaar kromgebogen beuk ik tegen de zuidenwind in, langzaam gaat het, natte sneeuw giert mijn capuchon binnen, mijn dikke handschoenen raken doorweekt, het comfort raakt er nu wel van af. Doorlopen, in beweging blijven, terug naar het beginpunt...
Onderweg denk ik aan wat ooit de Noorse snowkite-lerares zei (tijdens een slechtweerdag op de Hardangervidda): "a day in the mountains always is a good day". Nou hou ik niet van "altijd"-beweringen (een ongeluk in de bergen noem ik geen goeie dag), maar de strekking is goed en waar. Ik kan boos naar de auto teruglopen omdat ik urenlang voor 'niks' gelopen heb, nog die dagtocht niet 'heb' en zeiknat geworden ben (nog meer natte spullen...). Maar ik kan me ook realiseren dat dit nu eenmaal bij de bergen hoort, dat ik het goed en safe gedaan heb, dat ik dit zo mee mag maken... The spirit of the mountains, zoals de Indianen zo mooi zeggen - de berg beslist uiteindelijk (niet mijn tochten-wensenlijstje). En wie weet, kan ik later deze reis nog een kans pakken, opnieuw naar Hengill te gaan.
Terug bij het campingveldje in Hafnarfjördur, krijgt de teepee het dusdanig te verduren, dat heel snel opruimen absoluut de beste actie lijkt. Er staat trouwens verder ook helemaal niemand meer. In het bijbehorende guesthouse Hraunbyrgi (Lavahuis) hoor ik evenlater dat inmiddels een weerwaarschuwing is uitgegeven voor de westkust. Storm. Maar dat wist ik al...
(Heb mezelf vervolgens maar eens op het eerste nachtje binnen getrakteerd sinds ik ruim een maand geleden de veerboot verliet...)

27-08-2013

Reykjadalur

Aan de zuidwestkant van IJsland, ligt langs de ringweg op een half uurtje rijden van Reykjavík, het dorpje Hveragerdi.
Door dit dorpje stroomt een dampend heet riviertje, de Vármá. Zo kan het ineens gebeuren dat je op IJsland tussen de bananen staat (in een kas die verwarmd wordt dankzij alle onderaardse hitte die hier omhoog komt). Verder kun je een ei koken in het geothermische park, maar wat je nog veel beter kan doen, is alle toeristische drukte achter je laten en - in alle vroegte - een bergtocht naar Ölkelduháls maken via het Reykjadalur. Daar maak je alle geothermische verschijnselen mee zoals ze in pure vorm aanwezig zijn. Kokende modder, rode aarde, kokende bronnen, spuitfonteintjes, veel stoom en met grote regelmaat een hete badderbron, dat wil zeggen, heet maar niet te heet. Ik ben in vier verschillende geweest, dat kleine outdoorhanddoekje was na de eerste hotspring natuurlijk al onbruikbaar, maar bij de andere drie regende het en dan heb je toch eigenlijk niks aan een handdoek.
Daar in dat geurende warme water (begin ik nu echt te wennen of raak ik immuun voor zwavel, hoe dan ook, ik vind het inmiddels lekker ruiken), dat intense mosgroen op die bergen rondom, geborrel, gewaterklater... Niet uit te leggen. Geweldig. IJsland in het kwadraat.
Toen ik in de middag terugkwam van de rondtocht, liepen hele hordes mensen omhoog. Het kán hier dus wel druk zijn, maar het hoeft niet!

26-08-2013

Bijzondere beklimming

Vandaag een wel heel bijzondere beklimming, namelijk die van het IJslandse paard! Dit is inmiddels de vijfde regendag op rij en ik was - zo zou je kunnen zeggen - echt even toe aan wat anders. Ter opbeuring liet ik een lang gekoesterde wens in vervulling gaan: een ritje met een IJslander (een viervoeter, voor alle duidelijkheid)...
Bij Sólhestar, Hveragerdi (absolute aanrader). Fantastisch gevoel, die tölt, er bestaat dus echt een draf waarbij je niet doorelkaar geschud wordt maar soepeltjes meedeint. Mooie, zachtaardige en oersterke dieren. Ook dit is een stukje historie, dankzij dit stoere dier zijn de meest afgelegen plekken toch nog bereikbaar geweest - dan hebben we het over nog maar zo'n twee generaties terug.
Het ras is, nadat de Vikingen het hierheen meebrachten sinds de 8-9e eeuw niet gekruisd met andere rassen; je merkt aan alles hoe trots de meesten op hun dieren zijn. Hoewel, niet elke IJslander! Een tijdje terug dronk ik koffie met een IJslandse die ik van onze gezamenlijke tijd op Kandersteg International Scout Centre ken; "paard-ríjden?", zei ze schamper. "Paarden zijn om te eten!"
Toch kan ik dat soort nuchter-droge humor wel waarderen.
Na afloop in de tent, ruikt het nog altijd naar paard. En daarmee voel ik me nog weer een stukje meer ge-aard!

25-08-2013

Thingvellir

Een stevige dagtocht voert me vandaag over dik met berkjes begroeide lava, langs de steenruïne Skógarkot (wat restanten van een schapenboerderijtje dat sinds 1930 verlaten is) en dan naar de vallei van Thingvellir. Een unieke plek - voor IJsland van nationaal belang. Trouwens tegenwoordig ook een Werelderfgoed. Niet alleen omdat hier de scheur zo mooi zichtbaar is die dwars door IJsland loopt (feitelijk zie je hier de continentale platen van Noord-Amerika en Europa die zich jaarlijks nog altijd zo'n 1,5 cm van elkaar verwijderen), maar ook omdat dit de plek was waar zeg maar de jaarvergadering gehouden werd. Acht eeuwen lang, vanaf het jaar 930.
Vele oude IJslandse binnenwegen zijn routes die naar Thingvellir leiden, hier reisden mensen wekenlang te paard naartoe. Belangrijke gebeurtenissen (de aanname van het Christendom in het jaar 1000, de keuze voor IJsland als republiek in 1944) werden hier genomen. Deze plek ademt ladingen (Viking)historie. Er werd recht gesproken, straffen uitgedeeld (er is daar een diepe poel in de rivier Öxará, waar vrouwen verdronken werden die van hekserij beschuldigd werden...). Op de een of andere manier klopt het niet om hier alleen te zijn. Dit is door de eeuwen heen juist een verzamelplaats van mensen geweest. Dus laat maar komen, die bussen.

24-08-2013

Akrafjall

Hmm, waar is Akrafjall gebleven? Gisteravond was hij vanaf mijn kampeerplekje in Akranes nog mooi te zien. Nu vanochtend is de wereld wolkenwit en (ik val in herhaling) zeiknat. Het sprayt van die hele fijne regen, die bij een beetje wind het kleinste kiertje in je kleding weet te vinden. De berg is dus weg. Nouja, toch maar erheen, ik maak mezelf wijs dat als ik de aanrijroute vast weet, ik bijvoorbeeld morgen makkelijker terug kan (bij beter weer, haha, wat een humor...). Zo'n zoethoudertje heb ik even nodig, ik ben al ruim een maand van tocht naar tocht aan het leven, continu kamperend - met andere woorden, bij zulk slecht weer krijg ik nu toch duidelijk de neiging tijdelijk te stoppen en naar de dichtstbijzijnde hotspring te rijden... Goed, alleen even alvast naar het beginpunt. Vandaag verder toch geen haast.
Bij het beginpunt aangekomen (gravelweggetje op, terug, andere gravelweggetje in, hobbel, hobbel), kan ik best even een stukje pad verkennen. Ik zie weliswaar nog altijd geen berg, maar wel het begin van een padspoor dat best eens naar de top kan leiden. Een klein stukje maar, ik ben hier nu toch.
Zo sta ik uiteindelijk natuurlijk toch op de top. Het uitzicht over de Walvisbaai, over Akranes en helemaal tot Reykjavík aan de ene kant en de Snæfellsjökull aan de andere kant, dat denk ik er maar bij.
Je kunt verder nog een prachtige ronde (een horseshoe eigenlijk) bovenlangs maken, over brede groene bergruggen langs loeisteile afgronden - dan blijf je steeds dat uitzicht houden. Maar aangezien daar geen duidelijk pad loopt en ik geen hand voor ogen zie, laat ik dat extraatje nu achterwege. Misschien wordt het echt nog eens beter weer, het zou de moeite waard zijn om die hele panoramische route dan alsnog te doen. Voor dit moment ben ik al heel blij deze top in the pocket te hebben.
Op de terugweg, langs de steile afgronden, scheren meeuwen (ijsstormvogels, mantelmeeuwen, ik kan ze nauwelijks goed zien maar vooral horen) langs me heen. Ik moet nu toch echt een beetje glimmen. En niet alleen van de regen!!
Als beloning trakteer ik mezelf terug bij de auto eerst op een set droge kleren - de natte serie breidt zich gestaag uit in de Berlingo), vervolgens op een bakje Skyr, dan op de Laugavegur van Reykjavík. Dat laatste was wel even schrikken, zoveel mensen bijelkaar...
Daarna snel de rust weer opgezocht, de tent staat nu op de gewijde grond van Thingvellir. Zowel historisch als geologisch gezien, een must-see. Maar dat bewaar ik graag tot morgenochtend, als er nog geen bussen onderweg zijn...

20-08-2013

3 dagtochten bij Stykkishólmur

Als Snæfellsness één mooiweerdag krijgt, moet je er ook alles uithalen! Dus de 3 geplande dagtochten maar gewoon de een na de ander doen. Supervroeg op en eerst omhoog naar Drápuhlí₫arfjall, een breed geschouderde goudrode berg. Dan door naar Bjarnarhafnarfjall, een groene grillige met schitterend zicht vanaf de top over het fjord zo naar de ongehoord panoramische Eyrarfjall (foto), die vervolgens op het lijstje stond.
Verschillende moeilijkheidsgraden, subliem mooie uitzichten en bizar fascinerende bergen rondom. Geen eentje lijkt op de andere. Met steeds het zeewater altijd wel ergens in beeld. Wat is Snæfellsness ontzettend mooi en weer zo compleet anders. En geen enkele wandelaar... Goed, de paden (? welke?) zijn niet zo gebaand als Landmannalaugar of Skaftafell, maar dat kan toch alleen maar nòg een voordeel zijn!?
Na een zeer lange dag, zit ik nu moe en voldaan in de teepee op het veldje in Stykkishólmur. Ladingen eten naar binnen te werken. Morgen onophoudelijke regen, zegt de voorspelling. Maakt mij niet uit. Mooi zelfs want dat wil zeggen: een rustdag!

19-08-2013

Súlur & Stykkisholmur

Na de meerdaagse over Flateyarskagi, maakte ik vanmorgen vroeg nog een must-do dagtocht voor als je in Akureyri bent. Súlur is zeg maar de huisberg, ruim twaalfhonderd meter berg pal boven IJslands tweede stad (Reykjavík heeft veel meer inwoners, Akureyri is bescheidener en bovendien met veel mooiere omgeving). Ik vertrok terwijl de wolken op fjordniveau hingen. En zeker naar deze top ga je toch vooral voor het uitzicht... Maar als je een bergwandelgids maakt, komt er nog een reden bij: ook zonder zicht en zelfs in de regen, kun je altijd nog het pad beoordelen (smal, breed, stenig, steil?), het directe terrein eromheen en eventueel markante objecten (of obstakels) onderweg vastleggen met een waypoint. Dus ik ga hoe dan ook omhoog. Met bijna-niks in de rugzak, lekker licht in bergrunning stijl (ja, hardlopen dus, heerlijk, eindelijk weer eens!). Ben ik goed 1,5 uur onderweg, wordt de mist om me heen ineens feller en blauwer. Dat is het voordeel van een hoge berg: altijd kans dat je boven het wolkendek uitklimt. Geweldig, wat een kadootje. En het wordt almaar beter en mooier. Súlur bestaat uit twee toppen die door een graat met elkaar verbonden zijn (foto), eenmaal op Sy₫ri Súlur (nr 2) zit ik in het zonnetje de thermos leeg te drinken terwijl ook de wolken boven het fjord langzaam oplossen.
Zoiets hou je de hele verdere dag bij je. Heel het lange eind naar het westelijk gelegen schiereiland Snæfellsness waar ik uiteindelijk neerstrijk op het tentweitje van Stykkisholmur. Trouwens ook een prachtige plek als basis voor een aantal bijzondere dagtochten. Daarover morgen meer!

18-08-2013

Flateyjarskagi

Een grijzige meeuw met de korte wat gedrongen bouw van een stormvogel, vliegt nieuwsgierig over me heen, dichtbij, kraalogen die turen. Hij krijst wat, zachtjes, meer een soort gemurmel in zichzelf. Zo van: wat doet zij hier, wie is zij? Dan verdwijnt hij uit zicht, lost op in de laaghangende wolken rondom. Om het volgende moment weer boven me te zweven, opnieuw kijkend, indringender glurend.
De mist komt in repeterende vlagen aanrollen vanaf zee, vochtig en kil kruipen de wolken omhoog naar Uxaskar₫, de besneeuwde bergpas die de doorgang vormt naar het uiterst noordelijke deel van schiereiland Flateyjarskagi.
Na verloop van tijd hoor ik opnieuw meeuwen krijsen. Dan kan de kust niet ver meer zijn. Zien doe ik weinig. Het is bar koud, een ijzig natte noordenwind beheerst dit onbewoonde berggebied. Ik kan de branding horen. En hoe minder je ziet, hoe beter geluiden ineens binnenkomen. In de baai van Keflavík zijn het woeste brekers die tegen de kliffen uiteen spatten, een kort en heftig geknal. In de baai van Thorgeirsfjör₫ur is het juist een mooi langzaam en zwaar geluid, lange golven die de een na de ander statig het kiezelstrand oprollen.
Wat verder landinwaarts liggen de verspreide resten van Botn (foto). Ook hier stond vele jaren een eenzaam huis in weer en wind. Tot aan de 2e wereldoorlog leefden behoorlijk veel mensen op IJsland nog zeer afgelegen - vaak in grote armoede. Na deze oorlog schoot IJsland als een komeet richting welvaart, de meeste van die afgelegen plekken werden voorgoed verlaten ofwel omdat de familie uitstierf dan wel er het nut niet meer van inzag en naar elders vertrok.
Een baai verderop, Hvalvatnsfjör₫ur (de baai van het walviswater), zet ik wat landinwaarts mijn kleine tentje op. Nog altijd mist en miezerregen. Heerlijk dan het tentje dicht te ritsen, in die kleine gele wereld van de binnentent is het goed, verrassend goed.
Ik bewonder de mensen die hier zoveel jaren leefden; wat een kennis hadden zij om van zo weinig te leven en zich temidden van zoveel ruige hardheid staande te houden. Jaar in, jaar uit.
Ikzelf kijk er alweer naar uit om morgen eind van de loopdag, bij de auto in Grenivik uit te komen om allereerst droge sokken en schoenen aan te zullen trekken...

14-08-2013

Dettifoss

Gisteren voelde ik me net zo'n jong hondje die - op weg naar een fijne kluif - onderweg steeds afgeleid wordt door allemaal zalige extra botjes die ook nog langs de route blijken te liggen. Dettifoss leek oneindig ver weg, niet omdat de afstand vanaf Vesturdalur nou zo immens was (20 km) maar omdat je onderweg Karl-og-Kerling hebt, zeg maar Karel en Kareltje, een grote en een kleine rotskegel, broederlijk naast elkaar in het haast zwarte razende gletsjerwater van de Jökulsá. Daarvoor maak je graag een heen-en-weertje door de kloofwand. Dan heb je onderweg nog een aantal fascinerende uitzichtpunten waar je toch ook echt geweest wilt zijn. Het idee dat die rotskegels (kunstig gedraaid basalt als waren ze handgemaakt) het binnenste zijn van een vulkaan, zeg maar de buis waardoor de boel naar boven spoot... De rest is weggeërodeerd door de rivier, alleen de hardste kern bleef over. Schijnt uniek in de wereld te zijn. Ja, daar moet je dan toch met je neus bovenop staan?
Net als Dettifoss. Europa's krachtigste waterval. In alle vroegte voor zonsopgang zit ik al dat geweld op te snuiven. Wat een bakken energie. Waar komt het vandaan? Je snapt gewoon niet dat zoveel water elke seconde aangevoerd wordt, onophoudelijk. (Geen wonder dat de gletsjers verdwijnen, denk ik dan...)
Straks rond koffietijd zal het tot laat op de avond een komen en gaan worden bij Dettifoss, want 500 m verderop is een parkeerplaats. Het eindpunt tevens van deze weergaloze trektocht. Mooi is dat uitsluitend wandelaars hier (even te noorden van de parkeerplaats) mogen kamperen, waardoor je de kans hebt om Dettifoss op een heel andere manier (want op een ander moment) mee te maken. Een absolute aanrader.

12-08-2013

Jökulsarglúfur

Vandaag ging alles zoals je het zou dromen... Een strakblauwe hemel en een fantastische route. Dit wordt zeer waarschijnlijk ook een artikel voor Op Pad en het leuke is dat een trektocht als deze laat zien dat er op IJsland ook voor nog-niet-zo-doorgewinterde wandelaars hele gave dingen te doen zijn. Qua navigatie, paden en terrein is dit absoluut een eenvoudige trekking. Maar zo mooi, zo mooi... Het canyon zelf natuurlijk, 25 km kloof door gletsjerwater geduldig uitgeslepen, daar word je blij en stil van. Maar ook de verrassende hoeveelheid groen. Dwergberken natuurlijk, maar ook wilgenroosje, ooievaarsbek, gele walstro en bosbessen, ja echt, ik heb ze onderweg steeds geplukt.
Dan is er ineens een chaos aan grillige rotsen en doemen knalrode hellingen op: Raudhólar en Hljodaklettar zijn overblijfselen van een vulkaanspleet die parallel aan de rivierkloof uitbarstte en daarna vrolijk mee geërodeerd werden. Basaltformaties alom. Je weet gewoon niet waar je kijken moet, zo mooi.
Vol van dit alles, wandel ik een beetje schuchter de camping op in Vesturdalur: als het daar maar niet te druk is... (In het Nationaal Park Vatnajökull waartoe alles behoort wat ik tot nog toe gelopen heb deze periode op IJsland, een park zo groot dat het bijna een kwart van IJsland beslaat, mag je namelijk nergens meer wildkamperen... Helaas heeft IJsland hierin geen voorbeeld aan Noorwegen genomen, waar allang zo'n outdoorcultuur heerstte dat toen de nationale parken kwamen, er niet automatisch ook een verbod op wildkamperen kwam... Begrijpelijk overigens, hoor, dat natuur beschermd moet worden - alleen waar beschermen al snel verbieden wordt, gaat iets essentieels verloren).
Het was vandaag onderweg overal verbazend aangenaam rustig en om dan je avonduren bij je tentje in andermans geschreeuw haring aan haring door te moeten brengen... Brrrr. Maar nee, een fantastisch veldje omzoomd met berken, hier en daar een klein trekkerstentje, met elk pakweg een voetbalveld ertussen aan ruimte...
Ik zit naast de Akto in het avondzonnetje, blote voeten in het gras, kokend water onderweg op de Jetboil... En ik denk nog even terug aan mijn sneeuwveldje in het lavagruis bij Askja, bij stormachtige wind en harde regen. Dat was natuurlijk zo illegaal als wat. Maar soms kunnen de omstandigheden je dwingen tot een bivak. Dat heb je nou eenmaal in de bergen. Volgens mij is het dan ook onveilig om zonder dit soort uitrusting een ruig gebied als Askja te doorkruisen.
Het verschil met hier en nu is levensgroot. Toch zijn het juist de contrasten die het leven boeiend maken. Van alleen maar zonnige grasweitjes leer je niks. Maar ehh, wat ben ik blij dat dit nu eens wel de makkelijke en vooral uitermate-aantrekkelijke kant van het contrast is...

10-08-2013

Askja - Myvatn

Vanaf het Brædrafell-hutje voert de route verder over de eindeloze lava van Ódádahraun. Letterlijk 'het veld van de slechte daden', dit onherbergzame gebied was voor vogelvrij verklaarden als Eyvindur namelijk een toevluchtsoord. En zo slecht hoefde je niet te zijn, het stelen van een schaap was genoeg om de ergste straf te krijgen, een paar eeuwen terug. Wie vogelvrij was verklaard mocht gewoon legaal vermoord worden.
Ik kom gelukkig niemand tegen, je gaat er maar raar van denken...
Via Dreki en het prachtige gebergte erboven, kom ik uiteindelijk bij de immense Askja-caldera, een ingestort kraterstelsel waarin nu een groot meer plus een kleiner (en helaas niet zo warm als gedacht) 'meertje' van zwavelhoudend 'water', Víti. Inmiddels is het avond en de harde wind is tot storm aangewakkerd, geen optie om de tent veilig vast te zetten in het losse vulkaangruis dus dan het kleine 15 cm ondiepe sneeuwveldje maar, waar ik de haringen mooi horizontaal kan ingraven, dat staat tenminste als een huis.
De dag erna is er één om nooit te vergeten. Als ik lava bijna mooi ging vinden, kom ik daar nu op terug. Boven het Öskjuvatn is een kilometers breed veld zwartpaarse chaos van de allerergste soort. Dit kan niet voor mensen bedoeld zijn. Het is net purschuim alleen dan uit een gigaspraybus, daartussen ligt gruis dat maar al te vaak een dun dak bedekt van een grote of kleine holte eronder. Daar val je dus in. De route gaat hier dwars overheen. Volgens de kaart. In werkelijkheid loopt 'ie anders, beter, in elk geval veiliger. Maar in de mist bij stromende regen en harde wind (ja dat heb je hier zomaar allemaal tegelijk) kwam ik daar pas na heel wat moeizame pogingen achter. Want de staken zijn ongeveer om de 900 m geplaatst... Maargoed, ik maak waypoints onderweg zodat ik straks in elk geval een strakke routebeschrijving overhoudt van hoe het wel moet. Mij wacht nog een vet besneeuwde pas waar ik in potdichte mist feitelijk de steile calderawand uit moet zien te komen. Ik ben alleen en zo voel ik me ook. Unheimisch. Luguber. Alsof ik ook vogelvrij ben verklaard... Op zulke momenten wil je best even weg van waar je bent, dit stukje even overslaan. Maar je moet door en dat weet je, dus dat doe je dan ook. En uiteindelijk kom je dan weer ergens uit waar het leven er weliswaar net zo nat en lavatroosteloos maar stukken aangenamer op geworden is: Botni, opnieuw een hutje bij kaarslicht waar ik in mijn uppie zo van geniet dat ik me totaal niet eenzaam meer voel.
(Morgen door naar Myvatn, verheug me er zo op dat de wereld dan weer groen is en ergens naar ruikt!!)

07-08-2013

Ódádahraun

De immense grootsheid van de lavawoestenij Ódádahraun is indrukwekkend, net als de onder het vroegere gletsjerijs als vulkaan geboren tafelberg Herdubreid, letterlijk 'de breed geschouderde' maar door de IJslanders vooral 'de koningin onder de bergen' genoemd. 1000 m torent ze uit boven deze hoogvlakte op circa 700 m. Touwribbels in de stenen waarover ik loop, tonen aan hoe vloeibaar dit alles was. Het lava heet doods, leeg en saai te zijn. Alle andere buspassagiers stapten na een half uurtje bij Herdubreidarlindir snel weer de bus in, op naar een dagje Askja en vanavond weer terug in Reykjalid. Ach, iedereen zijn eigen keus, maar wat ben ik blij met de mijne. Tuurlijk, de rugzak is niet licht, het lava loopt niet soepel en het terrein werkt in eerste instantie monotoon verlaten. Ook is er geen druppel water behalve wat je zelf mee sjouwt. Maar dat moet je dan dus ook voelen, meemaken, opsnuiven. En dan blijkt al snel dat er behalve korstmossen, ook kruipwilg groeit, blaassilene en wilgenroosje. En ik ben niet eens alleen want zowat anderhalf uur begeidt het wiiieee-wiiieee van een goudplevier me. Verder is er vooral een oorverdovende stilte, geen wind, geen vliegtuig, geen mug, gewoon helemaal heerlijk niks.
Bij de urenlange ervaring van over lava lopen, half om Herdubreid heen en verder oostwaarts, ontstaat zoveel ontzag voor wat hier allemaal gebeurd is, voor al die ongekende krachten. Ódádahraun is de grootste aaneengesloten lavavlakte van IJsland en misschien is dit geen voortdurend ohh en ahh maar van zoveel grootsheid, zoveel oer, raak je als mens heel stil. Daar wordt monotoon toch weer mooi van.
Onder de schildvulkaan Kollóttadyngja ligt Brædrafell, een klein onbemand hutje. Dat is vrij uniek want veel hutten hebben hier 's zomers een huttenwaard en zijn behoorlijk druk. Hier is niemand. Hm. Kaarsjes. Stapelbedjes. Koffie straks buiten op het bankje voor de hut... Veel is er niet nodig om mijzelf te overtuigen dat de geplande 5 extra km nu niet gemaakt gaan worden!

06-08-2013

Námafjall, Hverfell & Dimmuborgir

Een heerlijk gevarieerde en stevige dagtocht stond vandaag op het programma. Via de sissende stoomstenen (waar zo vroeg nog niemand was) omhoog over de glibberige klei van Námafjall, waar zelfs op de top nog gele zwavelafzettingen te vinden waren. Dan dwars door de lege padloze lavawoestenij (móói!!) naar de hoge krater Hverfell, bizarre ervaring daarboven een rondje te lopen, wind, kou, zon en regen, alles was er. Dan weer omlaag en naar Dimmuborgir, net een beeldentuin (ook heel groen) maar dan met standbeelden van lava. Er waren poorten, er was een soort echo-kerk, ik zag draken, kastelen, trollen (en busladingen mensen die even een uurtje voor deze stop hadden). Onderweg vaak stil gezeten, thermosje erbij (de luxe van een dagtocht, bij een trektocht kook ik gewoon ter plekke wat op de Jetboil). Zo zalig. Wat is te voet onderweg zijn toch fantastisch. Je vertraagt zoveel meer, je ziet zoveel beter en je voelt je veel meer één met het landschap. Dat heb ik dus echt niet als ik erdoorheen rijdt of even uitstap bij een 'highlight'.
Na terugkomst spullen gepakt voor de Askjatrail: morgen starten vanaf Herdubreidarlindir en dan in een dag of 4-5 naar Myvatn lopen, via de maan. Ja, Neil Armstrong trainde in het vulkanisch zeer aktieve Askjagebied in 1967... Badpak mee want de explosiekrater Víti is gevuld met melkwit 'water' (met de geur van rotte eieren) van een graadje of dertig! Er zijn hutten onderweg maar afhankelijk hoe druk het daar is, kampeer ik waarschijnlijk wel ergens wild. Ik verwacht geen verbinding te hebben onderweg, dus alleen de Spot zal vertellen hoe de trail verloopt...

05-08-2013

Hvannagil

Roodoranje berghellingen, zwartgroene lavapilaren. Ik ben in een andere wereld, met andere kleuren en andere regels. Een steen is misschien geen steen maar mogelijk een trol. Wie ben ik om te zeggen dat alleen datgene bestaat wat je ziet?! Dat alles hier ijs was, daarna vuur, daarna rivier, dat zie ik immers ook niet. Hoewel. Feitelijk loop je hier in een kloofdal als Hvannagil door een geschiedenisboek. Een superdik boek, maar opengeslagen bij een van de eerste hoofdstukken. Want IJsland komt nog maar net kijken, geologisch gezien dan. Een piepjong deerntje maar nu al zo getekend, de ellende en de highlights zijn zo uit haar rimpelgroeven af te lezen. Dat vind ik nou zo mooi. Het oer is zo zichtbaar, tastbaar aan de oppervlakte.

03-08-2013

Hotspring surprise

Was ik gisteravond op weg omhoog naar de top van Jokullsfell, kom ik onderweg zomaar een hete bron tegen op een plek waar ik het helemaal niet verwacht had, er zijn hier in Skaftafell namelijk verder helemaal geen hete bronnen. Wat een zalige surprise. Ik bewaarde 'm als toetje voor de terugweg, eerst omhoog naar de top. Dat bleek nogal een vervelende gruisroute met weinig spectaculair uitzicht (misschien was ik verwend want het zicht vanaf Kristinartindar was adembenemend) dus toen ik uiteindelijk in mijn privehotpot zat te badderen, met uitzicht over Morsardalur, bedacht ik: geen dagtochtbeschrijving naar Jokullsfell maken maar naar deze magische plek, mooier kan het niet en wie wil hier nou niet bij dertig graden chillen?!

Skaftafell Nationaal Park

Een beetje Fransman zou zeggen: ah, het Chamonix van IJsland, bij het uitzicht vanaf Sjonarnipa op Skaftafellsjokull. Maar deze gletsjer zit vast aan de immense Vatnajokull en da's misschien wel 10x al het ijs van Chamonix. Ach, gelukkig is hier geen Fransman, er is helemaal niemand op dit vroege uur, nouja, op mij na dan. Ik ben op weg naar Kristinartindar en daarna daal ik weer af een ander zijdal van de Vatnajokull in, het Morsardalur. De zon scheen de hele dag, ik hoorde de goudplevier, zag een merelgroot winterkoninkje en dipte in een ijskoude glasheldere poel-met-watervalletje. Nu staat mn kleine tentje onderaan Jokullsfell waar ik vanavond nog op ga.Strikt genomen mag je niet wildkamperen in het nationaal park, dus ik sta hier stiekem maar er is niemand en het paadje hiernaartoe was zowat dichtgegroeid met manshoge lupine dus er komt ook niemand. Ik zal daarom alleen dagtochten in mn bergwandelgids beschrijven van dit gebied, maar voor mij is het veel efficiënter om er een doorgaande tocht van te maken. Nog even los van dat ik anders de mooiste lichtmomenten hierbuiten mis zou lopen. Bovendien was de officiële camping vervelend druk, net als het paadje naar de mooie maar overpopulaire Svartifoss. Alles wat verder en hoger ligt (en iets moeilijker wordt), daar kom je niemand tegen. En Skaftafell heeft zoveel fantastische routes... Oei, IJsland, dit was nog maar de eerste dag maar nu al pak je me in, raak ik tot over mn oren aan je verslingerd... Het is een groot voorrecht, hier te zijn, met nog zoveel bergtochten voor de boeg, met als doel een boek waarmee anderen dan (hopelijk) minstens zoveel gaan genieten.

01-08-2013

Aankomst op IJsland

Land in zicht, eindelijk. En wat voor land... Van een ongenaakbaar woeste schoonheid. Lange tijd was IJsland de noordgrens van de bekende wereld, op Europa's vasteland joegen ze al eeuwenlang met speren achter allerlei harigs aan toen een Griekse zeeman het verafgelegen eiland zowaar in zicht kreeg. Hij noemde het Ultima Thule. En behalve wat Ierse monniken die ruimte en rust zochten, zag het verafgelegen eiland tot in de 8e eeuw maar weinig bezoekers.
Anno 2013 is het nog altijd ver voor wie van zee komt. Wat eerst een vage vlek is verandert geleidelijk in woeste fjordkliffen. Zo'n aanblik waarvan alles binnenin begint te lachen, een belofte van beweging en bergbeleving.
Maar schijn kan bedriegen. Toen de viking Hrafna-Floki in het jaar 850 voet aan wal zette, was hij aanvankelijk zo enthousiast dat hij 'zijn' eiland 'Boterland' noemde. Die naam hield geen stand net als Hrafna-Floki zelf die zich vergist had in de ietwat ruige wintertijd. De viking die hierna in 874 het eiland 'opeiste', Ingolfur Arnarsson, was wat pragmatischer met zijn 'IJsland'. Zo'n naam spreekt aan. Blijkt alleen al uit het feit dat ik op deze veerboot verre van de enige ben die staat te trappelen van boord te gaan. De golven gaan tekeer, de hele nacht al stampte het schip maar plat-ge-primatourd als ik ben, heb ik behalve wiebelbenen nergens last van. Ja, van verlangen dat land op te snuiven, erover te lopen en erop te slapen! Zenuwachtig voel ik me ook. Zoveel bergtochten staan op mijn lijst, zal het lukken gaan?!
Vanuit Seydisfjordur zal ik straks eerst in zuidwestelijke richting naar Skaftafell rijden, een berggebied aan de zuidflank van de machtige Vatnajokull. Daar wil ik 3 dagtochten combineren: de beklimming van Kristinartindar en van Jokullsfell plus een bezoek aan Svartifoss met zijn basaltorgels. Ik neem Hillebergs Akto tentje mee want wildkamperen behoort tot de absolute musts. Pas dan leer je een land echt kennen. Dit 'Saga-land' dat 3x groter is dan Nederland maar dan met het inwonertal van zeg Utrecht, 320.000 mensen die voor het overgrote deel in en rond Reykjavik wonen. Bedenk dat 1% van dit eiland gecultiveerde grond heeft. Ja, een procent! Bedenk verder dat hier meer dan 200 actieve vulkanen zijn naast gletsjers die bijelkaar meer dan eentiende eiland bedekken. Dat dit eiland-van-uitersten tot een van de laatst gekoloniseerde landen behoort, wil ik nauwelijks geloven, zo onweerstaanbaar het zich vanmorgen vanaf zee toont.

22-07-2013

Bemoedigende woorden van de Egel aan de Mier

Over een week is de tijd van vertrek. Van huis weggaan, al is het een vrije keus, blijft zwaar. Ik denk nu al (en onderweg straks helemaal) aan de woorden op de noodenvelop, die ik van Frank meekreeg toen ik in 48 dagen dwars door de Britse fells rende (zie ook mijn blog Running Wild).
---
"De mier had het koud, ze had honger en het was nog zo ver...  De mier pakte de brief die ze van de egel meegekregen had voor Hopeloze Momenten en in gedachten was de egel bij haar onder de tarp.
'Lieve mier', schreef de egel. Natuurlijk zijn er momenten dat je nat en koud bent. En dat het nog heel ver is en je eigenlijk niet meer weet waarom je het allemaal doet. Maar daarom moet je het juist doen.
'Maar hoe ver is het dan nog?' vroeg de mier.
Dat weet je niet precies. Maar de enige manier om daarachter te komen is doorgaan. Elke dag een klein stukje. En al die stukjes bij elkaar zijn dan ver. Want dieren die nooit verder gaan dan een klein eindje van hun hol, die zullen nooit weten hoe ver het is. Maar als je weet hoe ver het is, dan is het des te fijner als je weer terug komt in je eigen hol.
'Maar ik heb het koud en ik heb honger' zei de mier met een piepstemmetje.
Ja, natuurlijk heb je het soms koud en heb je honger. Maar als je verder gaat, dan krijg je het weer warm, dan breekt ineens de zon door en je staat op de mooiste en wildste plek waar je ooit geweest bent. En dan voel je je opeens de gelukkigste mier van de hele wereld."
(vrij naar Toon Tellegen)
---

16-07-2013

Voorbereiding thuis

Hoe en vooral waar begin je? Elf jaar terug, bij de allereerste gids over Noorse bergtochten, wist ik daar geen antwoord op. Een sprong in het diepe. Inmiddels, met 3 gidsen achter de rug, heb ik een prettig werkend systeem ontwikkeld, een blauwdruk voor hoe ik na de tochtselectie te werk ga.
Per tocht werk ik alvast enkele basisgegevens uit (hoe ver, hoe lang m.b.v. de kaartgegevens; startpunt, eindpunt, hoe er met openbaar vervoer te komen m.b.v. internet-informatie en/of andere gidsen) en print dit uit tot een soort invulformulier waarop ik onderweg ter plekke de overige gegevens in kan vullen (gewoon met potlood) over de terreinomstandigheden, over GPS-locaties van bijzondere objecten (zoals een bron, een berghut, een steenman) en natuurlijk de routebeschrijving.
Vervolgens maak ik een planning welke tochten ik wanneer ga doen in hoeveel tijd (ruwweg de dubbele 'gewone' wandel-dagafstanden). Dan werk ik de materiaallijst af (op basis van eerdere researchreizen) van welke spullen allemaal meegaan. Zo gaat dit keer ook een kleine laptop mee (die gaat niet mee in de rugzak maar dient om de tochtgegevens bij overschot aan tijd (volslagen irreële wensgedachte) alvast uit te werken. Aan camera's gaan zowel de hele lichte mee (Nokia Pureview 808, Sony DSC-RX100), als de waterdichte (GoPro Hero3, Canon powershot G9-met-onderwaterhuis) als ook wat zwaarder geschut (Canon 5D MarkII, 16-35 mm lens, 50 mm macrolens, 100-400 mm telelens). Een losse flitser, enkele halffilters, een 4stops en een 8stops ND filter en een polfilter. Vanzelfsprekend niet alleen een licht & klein maar ook een groot & zwaar statief. Zo kan ik per tocht kiezen wat mee gaat en heb ik voldoende back-up als iets onverhoopt stuk gaat.
Ook neem ik diverse maten rugzak mee (dagtochten tot meerdaagse trekkings) en een voorraadje tenten (dankzij mijn sponsor Hilleberg beschik ik over de Akto voor de lichte solomomenten en de Nallo 2GT voor als Frank ook overkomt; daarnaast neem ik de tipi van Bergans mee voor de enkele keer dat ik een basiskamp gewoon ergens op een normale camping heb; voorzien van tafel & stoel ivm de laptop en de wensgedachte...). Absolute voorwaarde voor dit alles is onze (inmiddels hoogbejaarde) Berlingo, die ik op 30 juli aan boord van de M/S Norrona (veerboot naar IJsland) hoop te parkeren.

08-07-2013

De tochtselectie


Al maanden ben ik bezig me in te lezen in IJsland. Op grond van eerdere, eigen ervaring op IJsland, maar ook door het uitpluizen van reeds bestaande buitenlandse bergwandelgidsen over IJsland heb ik een selectie van tochten gemaakt die idealiter in het boek moeten komen. Ik wil proberen een zeer brede dekking van berggebieden over heel IJsland te bieden. De moeilijkheidsgraden zullen uiteen lopen (sommige gebieden hebben markeringen en paden, andere helemaal niks; soms moet je wat klauteren, is het behoorlijk steil en moet je grotere rivieren doorwaden; op andere tochten wandel je over een simpel pad en zijn er bruggen); de populariteit zal ook wisselend zijn (de Laugavegur en de Askjatrail mogen natuurlijk als echte klassiekers niet ontbreken maar daarnaast wil ik in die gebieden ook een minder bekende (en drukke) variant beschrijven. Ook bergtochten die geen enkele gids voorkomen (maar die ik zelf bedacht en uitgestippeld heb) wil ik opnemen, zoals het onbewoonde schiereiland Flateyarskagi).
Uitgangspunt voor elke tocht zal steeds zijn: 'Deze tocht is een absolute must-do'.
Daarvoor zal ik het overgrote deel van alle te beschrijven tochten straks in augustus en september eerst zelf gaan lopen. Op Hornstrandir, delen van Kerlingarfjoll, Hveravellir en de Laugavegur na (waar ik in 2006 al was). Om dat alles toch in een krappe 2 maanden te doen, zal ik overwegend dubbele dagafstanden afleggen (lichte rugzak). Daarnaast moeten de weergoden mij een beetje gunstig gestemd zijn (wat in september nog maar zeer de vraag is)...

De tochtselectie:


De Westfjorden:

-Hornstrandir (een 7daagse en een 3daagse vanuit Isafjordur)
-Snaefellsjokull (een 4daagse vanuit Arnarstapi)
-Horn & Grimsfjall (dagtocht vanaf Selvallavatn)
-Gjafakollur (dagtocht vanaf Seljafjordur)
-Arnarstapi & Stapafell (dagtocht vanuit Arnarstapi)

Zuid-IJsland:
-Hengill (een 4daagse vanuit Hveragerdi)
-Olkelduhals (dagtocht vanuit Hveragerdi)
-Fjallabak & Reyjadalir (4 tot 6 daagse vanaf Landmannalaugar)
-Laugavegur (4, 6 of 9 daagse vanaf Landmannalaugar)
-Blahnukur & Brennisteinsalda (dagtocht vanaf Landmannalaugar)
-Sudurnamur (dagtocht vanaf Landmannalaugar)
-Skalli (dagtocht vanaf Landmannalaugar)
-Skogartrail (3daagse vanaf Husadalur)
-Skogar (dagtocht vanuit Skogar)
-Kristinartindar (dagtocht vanaf Skaftafell)
-Svartifoss (dagtocht vanaf Skaftafell)
-Jokullfell (dagtocht vanaf Skaftafell)

Oost-IJsland:
-Lonsoraefi (4 tot 9 daagse vanuit Stafafell)
-Snaefell (dagtocht vanaf Snaefellskali)

Noord-IJsland:
-Dettifoss, Selfoss & Hafragilsfoss (dagtocht vanaf Sanddalur)
-Raudholar (dagtocht vanaf Vesturdalur)
-Jokulsa-canyon & Asheidi (dagtocht vanaf Asbyrgi)
-Jokulsargljufur (4daagse)
-Flateyarskagi (5daagse)

Het Centrale Binnenland:
-Herdubreid (dagtocht vanaf Herdubreidarlindir)
-Oskjuvatn & Drekafjoll (dagtocht vanaf Dreki)
-Askjatrail (6 tot 7 daagse)
-Namafjall, Hverfell & Dimmuborgir (dagtocht vanaf Namaskard)
-Hveravellir (dagtocht vanaf Hveravellir)
-Kerlingarfjoll (dagtocht vanaf Asgardur)
-Kjalvegur & Kerlingarfjoll (6 tot 7 daagse vanaf Asgardur)






02-07-2013

De opdracht





In 2006 zag ik IJsland voor het eerst. En hoe. In ruim een maand liep ik solo ruim 650 km van de noordwestkust bij Hornstrandir dwars door het onbewoonde binnenland via Landmannalaugar (foto) naar de zuidkust bij Skogar. Een fotoserie van die tocht vind je hier. Zo'n immense rugzak gaat straks niet mee - dit keer een heel andere opzet - maar de immense natuurbeleving van dit bizar mooie eiland zoek ik graag weer op.

In augustus en september 2013 struin ik opnieuw over IJsland. Ik prijs mezelf gelukkig met dit werk: ik maak een nieuwe bergwandelgids ('Bergtochten op IJsland' in de reeks Dominicus-Adventure) en tegelijk ook enkele reportages zoals voor Op Pad.
Met de auto als 'basecamp' rijd ik naar de startpunten van geselecteerde gebieden, maak daar (in vrij hoog tempo a la RunningWild) alle geplande bergwandel tochten, onderweg fotograferend en noterend.

Komende herfst en winter werk ik thuis alles uit, zodat 'Bergtochten op IJsland' in juni 2014 verschijnt. Meer over mijn werk vind je op mijn eigen website, meer over mijn eerdere boeken hierboven onder het tabje 'Eerdere boeken'.